Titel | Portret van Carel Frederik Wesselman I
Hij is de zoon van Peter Wesselman en Hendria Pluym. Hij trouwt met Anna Sebilla Wilhelmina Plencker (1740 Essen – Helmond 1817). Zij krijgen drie kinderen.
De ouders van Carel Frederik Wesselman (1746 Beekbergen – Helmond 1825) hebben geld. Zijn vader bezit veel land op de Veluwe en zijn opa van moederskant heeft een kopermolen. Als hij 16 is, gaat hij naar Amsterdam. Hij gaat in de leer bij een essayeur: een keurmeester van het goud- en zilvergehalte van voorwerpen. In 1767 krijgt hij zijn diploma. Tien jaar later wordt hij benoemd als muntmeester van de provincie Utrecht. In die tijd had elke provincie nog zijn eigen munt. Een muntmeester ziet er onder andere op toe dat de geslagen munten wel het juiste gewicht aan (edel)metaal hebben.
Wesselman wil graag iets bijdragen aan het bevorderen van de kwakkelen de economie van de Zuidelijke Nederlanden. Het aankopen van grote gebieden en daar een beter landbouwbeleid op los laten, ziet hij als oplossing. Wellicht doet hij daarom in 1781 de aankoop van de heerlijkheid Helmond, waartoe veel (landbouw) grond behoort. Zo voegt hij de daad bij het woord. Vanaf 1783 woont hij met vrouw en kinderen op het kasteel. Niet alleen de opbrengst van zijn eigen grond maar ook die van de hele Peel probeert hij te verbeteren. Door zijn inzet en kennis wordt hij benoemd als lid van de Commissie van Landbouw van de Provincie Noord- Brabant.
Wesselman verdient ook geld in de handel. Zo richt hij bijvoorbeeld in Helmond een fabriek voor het weven van stoffen op die in 1818 de belangrijkste van de stad is.
Dit werk is een bruikleen van Jonkheer J.D. Wesselman van Helmond.